Archeologische Berichten Nijmegen – Rapport 3

Dit rapport is de uitkomst van tracebegeleiding op de Betuweroute nabij de Stationsweg te Ressen, in de gemeente Nijmegen (vindplaats 53). Het betreft een rangeerspoor met aansluiting op de eigenlijke Betuweroute. Bij de aanleg van het spoorbed is waarschijnlijk veel archeologische informatie ongezien verloren gegaan, maar de achteraf uitgevoerde archeologische inspectie van de naastgelegen bermsloot heeft nog geleid tot de ontdekking van een groepje van minstens drie crematiegraven uit de urnenveldenperiode. Op grond van een C14-datering mag daarbij primair aan de Late Bronstijd worden gedacht. In twee gevallen zijn de botresten toewijsbaar, namelijk aan een kind (3-6 jaar) en aan een volwassene (>18 jaar). Ondanks het bescheiden resultaat van het onderzoek lijkt het tracé van de Betuweroute op de valreep nog verrijkt te zijn met een urnenveld, het eerste dat in de reeks van tientallen vindplaatsen aan het licht is gekomen

Archeologische Berichten Nijmegen – Rapport 10

Het archeologische onderzoek in het deel van de Betuwe waar de gemeente Nijmegen de Waalsprong realiseert, speelt zich vooral af op vindplaatsen uit de metaaltijden en de Romeinse periode. Dit rapport behandelt een onderzoek met proefsleuven waarmee de periferie van een activiteitengebied (huisplaats?) uit de late bronstijd is aangesneden. Opmerkelijk genoeg verkoos men als locatie daarvoor niet het terreindeel met het hoogste zandvoorkomen in de ondergrond, maar een kleiige depressie in de nabijheid van een bijna dichtgeslibde restgeul. Hoewel in de proefsleuven nog maar weinig grondsporen vastgesteld zijn, wijzen enkele honderden aardewerkfragmenten zowel op de aanwezigheid van de activiteitenplaats als op een korte gebruiksduur daarvan, tussen ca. 850 en 800 voor Chr. Naast het aardewerk is er een aanzienlijke hoeveelheid steen, overwegend in gebroken toestand. Wat de functie hiervan geweest is, zal een van de vragen moeten zijn in het aanbevolen vervolgonderzoek

Archeologische Berichten Nijmegen – Rapport 8

Sinds 1996 wordt door Bureau Archeologie van de gemeente Nijmegen in het Nijmeegse uitbreidingsgebied ten noorden van de Waal systematisch archeologisch onderzoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek aan de Steltsestraat zijn twee crematiegraven uit de vroege ijzertijd aangetroffen. Deze graven maken deel uit van een groter grafveld

Archeologische Berichten Nijmegen – Rapport 2

Wegens de voorgenomen aanleg van een persleiding voor rioolwater door het archeologische rijks-monument Zuiderveld-west te Nijmegen-Ressen heeft het Bureau Archeologie van de Gemeente Nijmegen (GNBA) een archeologisch onderzoek in het tracé daarvan verricht

No perceptual prioritization of non-nociceptive vibrotactile and visual stimuli presented on a sensitized body part

High frequency electrical conditioning stimulation (HFS) is an experimental method to induce increased mechanical pinprick sensitivity in the unconditioned surrounding skin (secondary hyperalgesia). Secondary hyperalgesia is thought to be the result of central sensitization, i.e. increased responsiveness of nociceptive neurons in the central nervous system. Vibrotactile and visual stimuli presented in the area of secondary hyperalgesia also elicit enhanced brain responses, a finding that cannot be explained by central sensitization as it is currently defined. HFS may recruit attentional processes, which in turn affect the processing of all stimuli. In this study we have investigated whether HFS induces perceptual biases towards stimuli presented onto the sensitized arm by using Temporal Order Judgment (TOJ) tasks. In TOJ tasks, stimuli are presented in rapid succession on either arm, and participants have to indicate their perceived order. In case of a perceptual bias, the stimuli presented on the attended side are systematically reported as occurring first. Participants performed a tactile and a visual TOJ task before and after HFS. Analyses of participants' performance did not reveal any prioritization of the visual and tactile stimuli presented onto the sensitized arm. Our results provide therefore no evidence for a perceptual bias towards tactile and visual stimuli presented onto the sensitized arm.status: publishe

Ss3 Archeologische Berichten Nijmegen - Briefrapport 9

Kaartblad: 40C Coordinaten: 186.000/433.000 Toponiem: Stationsstraat Gemeente: Nijmegen Provincie: Gelderland Type onderzoek: Aanvang: 22-02-2004 Beeindiging: Geschatte duur: 4 weken Onderzoeker(s): P. W. van den Broeke Motief: noodonderzoek, infrastructurele werken Complextype(n): nederzetting Datering: IJZ-ROM Diversen: Raap vindplaats 50, Waalsprong De resultaten uit deze proefsleuf zijn niet representatief voor de vindplaats als geheel, aangezien hier slechts de eerste van een aantal proefsleuven is getrokken die worden aanbevolen in het laatste rapport over de vindplaats. Daarom word ook geen nadere waardering van de vindplaats gegeven. Wel leveren enige resultaten aanvullingen op het vooronderzoek van RAA

Archeologische Berichten Nijmegen – Rapport 12

Lent is wellicht de enige plaats in de Betuwe die een min of meer aaneengesloten bewoning van ruim drie millenia kent. Bij het hier behandelde archeologische onderzoek op het Dorpsplein zijn overwegend grondsporen en vondsten uit de vroege en volle middeleeuwen aan het licht gekomen. Het meest opmerkelijk is een smal wegtracé dat omstreeks de 10e eeuw is verhard met veel hergebruikt Romeins tijd een of meer stenen gebouwen hebben gestaan. Daarvan zijn evenwel geen restanten in situ aangetroffen. De enkele grondsporen en het aardewerk uit genoemde periode stammen vrijwel uitsluitend uit de midden-Romeinse tijd. Daardoor vallen enkele bijzondere metaalvondsten uit de laat-Romeinse tijd extra op

Archeologische Berichten Nijmegen – Rapport 29

In verband met de toekomstige inrichting van woonwijk Goot Oosterhout in Nijmegen-Noord heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen in 2007 een archeologisch onderzoek uitgevoerd op twee aaneensluitende huisplaatsen (voorheen bekend als De Kleien Boel en De Groote Boel). Het onderzoek liep gedeeltelijk parallel met een proefsleuvenonderzoek (Db6) op aansluitende terreindelen Het betreft hier een aantal huisplaatsen, hierbij zijn voornamelijk nederzettingsterreinen en grafvelden aangetroffen. De vondsten dateren vanaf het laat-mesolithicum tot in de late middeleeuwen, ook is er munitie uit de Tweede Wereldoorlog gevonden